|
Megalithische site Weris: Alignementen

(Cliquez sur les différents éléments)
Opmerkelijk is dat de megalieten over een afstand van 8 km op
rij zijn geplaatst, met als meeste zuidelijke de Drie menhirs van Oppagne,
en als meeste noordelijke de
menhir van Ozo. Het gesteentetype van alle megalieten is
"puddingsteen", en dit in een zone waar kalksteen het
gesteentetype in de ondergrond vormt - we zitten namelijk in de
Kalksteenzoom (de Calestienne).
Op een kaart ziet men dat het rijpatroon (zuid-zuidwest,
noord-noordoost, met een hoek van 28° met het kaartnoorden )
uit
een serie
van parallelle lijnen bestaat. Reeds bij de ontdekking van de Dolmen
van Oppagne (WERIS II) in 1988 viel de gedachte aan een 'steenrij', een
alignement tussen WERIS I en WERIS II. Archeoloog
François Hubert (Hubert, 1985b, p22) heeft aan deze
stenenrangschikking een
betekenis trachten te geven: hij komt tot de vaststelling dat er vijf
parallelle lijnen kunnen getrokken worden. Deze lijnen bestaan uit
minstens twee megalieten (geschreven in het zwart op de kaart) verbonden
met de zwervende puddingstenen (rode stippen op de kaart)
waarvan
velen vandaag de dag verdwenen zijn, maar in de negentiende eeuw door
de geologen
Dupont (1885) en Xavier Stainier (Stainier, 1902,
nr
169) in kaart werden gebracht (Hubert 1991, p 42-43). Op de Achtste
contactdag van de Archéologie
Luxembourgeoise,
geeft Fr. Hubert een gedetailleerde uiteenzetting over de megalithische
site van Wéris (Hubert, 2000, p.7).
De centrale as
(bruine lijn) loopt van het noordelijk ganggraf WERIS I naar
het zuidelijk ganggraf WERIS II
(ganggraf= dolmen,
hunebed).
Een evenwijdige groene lijn begint bij de drie
menhirs van Oppagne en wordt verbonden met
een Stainier-zwerfsteen. De lijn met de meeste menhirs is
ongetwijfeld de blauwe lijn: deze begint bij de vijf
menhirs van het zuidelijk ganggraf Weris II (Dolmen van Oppagne),
loopt over de oorspronkelijke plaats van de Danthine-menhir (Steen van Champ de la Longue Pierre) en
de twee menhirs van het "Champ de la Longue Pierre ", de menhir van
Morville en eindigt bij de menhir van Heyd.
Als we de "Pierre Haina" meerekenen kunnen we de hypothese
aannemen dat deze megalithische monumenten niet alleen vijf parallelle
lijnen aan de centrale as vormen, maar dat men er een geografische vorm
in kan vinden: een megalietenveld in de vorm van een parallellogram, een vierhoek met parallelle overstaande zijden. De
parallellogram wordt gevormd door lijnen te trekken tussen de dolmen van Wéris
(het noordelijke ganggraf, WERIS I), de Pierre Haina,
de Pierre
Saint-Nicolas en de
drie menhirs van Oppagne.
De Pierre Haina is geen menhir, maar een uit het puddingsteenrif
stekende rotsblok, gelegen op een hoogte van 370m. Op de
kaart
zien we dat deze ten oosten ligt van de dolmen van Wéris, WERIS
I (hoogte: 250m). Als we een lijn trekken tussen de Pierre
Haina
en de dolmen van Wéris merken we een equinoctiale lijn: als
je
aan de Pierre Haina staat, zie je op de herfstdag-en
nachtevening
(= equinox)
rond 21.09 bij
zonsondergang de laatste zonnestralen vanaf de horizon over de dolmen
van Wéris komen. Meer nog, als men tijdens de
zomerzonnewende,
het zomersolstitium
(rond de
21 juni) aan de drie menhirs van Oppagne staat, ziet men de
zon
boven de Pierre
Haina opkomen.
Was de Pierra Haina 5.000 jaar geleden een vizierpunt? Heeft men van
hieruit de juiste plek kunnen bepalen waar de verschillende
megalieten geplaatst moesten worden?
Het fenomeen van de parallelle steenrijen en het megalitsche veld in
Wéris is iets dat archeoloog François
Hubert heeft opgetekend. Kunnen we hieruit rationele
conclusies trekken? In ieder geval leidt het tot heel
wat
hypotheses! Hebben de eerste landbouwers van Wéris met dit
megalitische veld een kalender gemaakt nodig voor hun
landbouwactiviteiten? Vinden we hier een bewijs van
het technologische vernuft van de steentijdmens van 5.000 jaar
geleden? Is de richting van de lijn van het zuidzuidwesten naar
het noordnoordoosten het gevolg van het volgen van de as van
de
Kalksteenzoom (Calestienne), nl. het plateau waar deze megalieten zich
op bevinden, of heeft de richting een andere betekenis? .....
|
|